INÊS GRAÇA - ORIGEM

Wie de fado een beetje volgt, zal vast de fusiegroep Al-Mouraria kennen en dus allicht niet met grote vraagtekens in de ogen zitten te staren naar de naam van de zangeres daarvan, deze Inês Graça, van wie zopas de debuutplaat onder eigen naam verscheen. Het is allicht geen toeval dat “Origem” verschijnt onder de auspiciën van Fado Ao Centro, het cultureel centrum in Coimbra -en tegelijk de groepsnaam die gekozen werd door een kwartet van leraars die eraan verbonden zijn-, waarvan pas de heel fijne CD “Fado de Lisboa” verscheen, waarover we het heel onlangs in deze kolommen mochten hebben. Het is immers zo, dat Coimbra stilaan het epicentrum van de hedendaagse fado aan het worden is en Inês Graça behoort al enige tijd tot de toplaag van jonge zangeressen, die de dienst uitmaken in de Quebra O Galho, de club waar je echt moet gestaan hebben om echt mee te tellen.

Voor deze plaat kon kon de zangeres dan ook een beroep doen op de muzikanten van Fado Ao Centro, zodat je als luisteraar alvast zeker bent van de topkwaliteit van de begeleiding. Dat Inês Graça stilaan tot de bovenlaag van de hedendaagse fado behoort, maakt ze op deze plaat meer dan duidelijk: zingen kunnen de jongedames allemaal, maar om helemaal tot de top te behoren, moet je al wat geleefd hebben en moet je stem een beetje “kleur” gekregen hebben en dat is overduidelijk het geval bij Inês, die, zoals de traditie het wil, al op heel prille leeftijd begon op te treden en die vandaag -ze oogt nog altijd erg jong- toch al voldoende kilometers op de teller heeft, om een heel overtuigende plaat af te leveren.

Voor de keuze van de liederen werd wel een beetje op veilig gespeeld met titels als “Ai Maria”, “Havemos de ir a Viana” en “Procura vâ” zit je altijd gebeiteld en het is dan ook allicht geen toeval dat die drie songs ook op de “Fado de Lisboa”-CD staan. Dat is helemaal niet erg: zo kan de luisteraar al eens verschillende versies vergelijken van wat we gemakshalve maar “heuse klassiekers” zullen noemen. Tot die categorie behoren ongetwijfeld ook “Mais um Fado No Fado”, onsterfelijk gemaakt door Camané en “Cidade Garrida” dat door Beatriz da Conceição voor de eeuwigheid bewaard werd. Het smachtende “Vem, não te atrases” mag dan wat minder bekend zijn, de versie die Inês hier neerzet is indrukwekkend en ze houdt dat niveau ook aan in het snellere werk, zoals bv. “Uma Vida Noutra Vida” of “Marcha de Alfama”.

Wat me echter het meest bevalt, is dat de allerbeste song bewaard wordt voor het einde van de plaat: hier zet Inês een werkelijk hemelse versie neer van “Verdes Anos”, een aartsmoeilijk lied van Carlos Paredes. Dat lied gaf trouwens einde jaren ’90 van vorige de naam aan een ensemble dat in Coimbra werd opgericht ter promotie van de fado. De gitarist van dat groepje was ene Luis Barroso en laat die man nu ook de drijvende kracht zijn achter Fado Ao Centro, dat op zijn beurt het verschijnen van deze CD patroneert. Om maar te zeggen: Inês Graça maakt deel uit van een systeem dat de fado en zijn traditie in leven houdt en met zangeressen van haar kaliber kunnen de liefhebbers van het genre op beide oren slapen: de fado is in goede handen!

(Dani Heyvaert)

 


Artiest info
   
 

Label: Fado Ao Centro
distr.: Xango

video